Domotica en Virtual Reality bij mensen met dementie

Bron: Sociaal Web, auteurs Eveline Wouters en Teatske van der Zijpp

We bereiken gemiddeld een hogere leeftijd. Daarmee gaat gepaard dat er een toename is van mensen die een chronische aandoening hebben. Waar vroeger veel ouderen en mensen met een chronische aandoening werden opgenomen in een verpleeg- of verzorgingsinstelling, is nu het streven zo lang mogelijk thuis te wonen. Een andere ontwikkeling is de inzet van slimme technologie om mensen te ondersteunen in hun zelfredzaamheid en om de afnemende professionele zorgcapaciteit het hoofd te bieden.

Binnen de dementiezorg en ondersteuning zijn een aantal technologische categorieën te onderscheiden.

Tot de eerste categorie behoort technologie die handelingen in het dagelijks leven kan ondersteunen van mensen die leven met dementie. Dat kunnen eenvoudige zaken zijn, variërend van een lichtroute die de weg naar het toilet wijst tot het bieden van structuur middels digitaal verzonden boodschappen (een voorbeeld is robotje Tessa; Tinyrobots, z.d.).

Ook op het gebied van veiligheid zijn er mogelijkheden: van eenvoudige brandalarmering of gasonderbrekers, tot leefstijlmonitoring. In het laatste geval is het, met behulp van sensoren, mogelijk om het leefpatroon van mensen in beeld te brengen. Dan gaat het om handelingen en bewegingen zoals het huis in- of uitgaan, het gebruik van de koelkast of het toilet, bewegingen in huis, naar bed gaan), op basis waarvan afwijkingen worden gedetecteerd die leiden tot alarmering (Vilans, z.d.).

Ook zijn er technologische applicaties die fysiek actief zijn ondersteunen en veilig maken: denk aan GPS-systemen, maar ook robotjes en spellen waarmee oefeningen gedaan kunnen worden.

Er zijn ook middelen die specifiek de mantelzorger kunnen ondersteunen, zoals internetplatforms en apps die informatie geven en uitwisseling met lotgenoten mogelijk maken.

En tenslotte zijn er technologieën die communicatie en beleving in de breedste zin van het woord kunnen ondersteunen. Denk bijvoorbeeld aan spellen zoals de tovertafel. Dit is een interactief spel dat werkt met lichtprojecties via een beamer en infraroodsensoren, een luidspreker en een processor. Het spel wordt op de (eigen) tafel geprojecteerd en nodigt uit tot interactie. Robotzeehond Paro en de CRADL (een mooi vormgegeven houten instrument dat geluid maakt bij contact) zijn ook goede voorbeelden. De verschillende technische toepassingen zijn soms vooral handig in het beginstadium van dementie, andere juist in een gevorderd stadium, sommige, zoals een platform voor mantelzorgers, kunnen als het ware ‘meelopen’ in het hele proces.

Ook voor Virtual Reality (VR) is er een plaats in de zorg voor mensen met dementie, in verschillende fases van het ziektebeeld.

De mogelijkheden van Virtual Reality

VR is op zich al een lang bestaande technologie. Door belangrijke technische verbeteringen en het steeds goedkoper worden ervan, kent VR ook steeds meer toepassingen in het domein van zorg- en welzijn.

Met VR kunnen situaties levensecht worden nagebootst en daarmee kunnen oefeningen steeds worden herhaald, onafhankelijk van de omgeving, dus ook thuis. Zo wordt VR ingezet in het onderwijs, zodat studenten kunnen oefenen met kritische situaties voordat ze de praktijk in gaan. Een voorbeeld is het leren reanimeren met angstige mensen om je heen aan de snelweg of het leren reguleren van emoties bij een confrontatie met agressie. Zorgverleners ervaren in kritische beroepssituaties regelmatig machteloosheid en stress. Met Virtual Reality kunnen beginnende professionals op een veilige manier trainen om in zulke situaties de regie te nemen.

Naast 360°-video’s kan interactieve VR met avatars gebruikt worden in trainingssituaties om te oefenen in het ‘contact maken’ en het anticiperen op eventuele onrust bij een persoon met dementie. De kracht van deze toepassing zit in een onderdompeling in een virtuele wereld, maar het spreken met een ‘echt’ persoon die de persoon met dementie representeert (bijv. een docent met kennis van het ziektebeeld). Voor de student is het bijna net zo echt als in de praktijk, maar tevens veilig voor hem- of haarzelf en de patiënt.

Daarnaast biedt VR de mogelijkheid om als het ware in de huid van een ander te kruipen. Daarmee kan iemand zich inleven in hoe een ander zich mogelijk voelt. Ook therapeutisch is VR te gebruiken. Met VR kun je op een veilige manier hoogtes of andere spannende situaties simuleren. VR wordt ingezet bij de revalidatie, bijvoorbeeld na een amputatie om veilig dagelijkse handelingen te oefenen, maar ook in de psychiatrie, voor het gedoseerd omgaan met bijvoorbeeld angst. Het is veilig, omdat er geen fysieke risico’s aan zijn verbonden, maar ook omdat mensen in stapjes kunnen oefenen.

 

Virtual Reality en dementie

Bij dementie zijn er op dit moment twee belangrijke toepassingen met Virtual Reality. De ene is bedoeld voor zorgprofessionals en mantelzorgers om hen te laten ‘inleven’ wat het betekent om te lijden aan dementie. De andere toepassing is therapeutisch van aard en richt zich op de persoon met dementie zelf. Daarbinnen zijn er twee mogelijkheden: gericht op geheugentraining en op beleving en plezier. We zullen de mogelijkheden hieronder beschrijven.

Bij het leven met dementie is het meest lastige en tegelijkertijd meest belangrijke, het bewaren van een goede relatie tussen de persoon bij wie de diagnose dementie is gesteld en zijn of haar naasten. Hiervoor is het nodig om zich te kunnen inleven in wat het betekent om dementie te hebben. Bewustwording via het ‘ervaren’ wat er omgaat in een persoon met dementie kan hierbij een rol spelen.

Met VR kan op een relatief gemakkelijke manier dementie worden nagebootst. Een (Nederlands) voorbeeld daarvan is 'Into D’mentia'. Into D’mentia is een simulatietraining waardoor iemand wordt meegenomen in de leefwereld van de persoon met dementie. Oorspronkelijk werd deze ontwikkeld en uitgevoerd in een verplaatsbare container; tegenwoordig is er ook een VR-variant beschikbaar.

Door de beleving van dementie te ondergaan en deze beleving na te bespreken, is gebleken dat bijvoorbeeld mantelzorgers meer inzicht kregen in wat het betekent om dementie te hebben. Daarnaast werd het empatisch vermogen vergroot en werd de interactie met hun naaste beter. En niet onbelangrijk: kregen zij een beter vertrouwen in hun vermogen om voor hun naaste met dementie te kunnen zorgen.

VR kan op dezelfde manier een rol spelen voor mensen die vanuit een professionele functie (steeds vaker) te maken krijgen met mensen die lijden aan dementie, en kan tevens worden toegepast in opleidingssituaties. Het gebruik van 360°-video’s biedt bijvoorbeeld mogelijkheden om te leren anticiperen op signaleren van verward gedrag. Het voordeel van deze video’s is dat hierin verschillende omgevingsfactoren kunnen worden verwerkt die een rol spelen bij het ontstaan of verergering van verward gedrag. Naast 360°-video’s, kan interactieve VR met avatars gebruikt worden in trainingssituaties om te oefenen in het ‘contact maken’ en het anticiperen op eventuele onrust bij een persoon met dementie. De kracht van deze toepassing zit in de ontmoeting van een persoon in een virtuele wereld die realistisch gedrag laat zien (spraak en handelingen worden verzorgd door een docent met kennis van het ziektebeeld).

Verder biedt het gebruik van 360°-video’s nieuwe mogelijkheden voor educatie in ketengerichte zorg. In een maatschappij waarin mensen met dementie langer thuis blijven wonen wordt een beroep gedaan op samenwerking tussen professionals uit verschillende domeinen (maatschappelijk werk, ggz, gemeente, politie, etc.). Bij mensen met complexe problemen wordt het geheel aan hulp en ondersteuning echter snel ingewikkeld. Specifiek kan educatie met VR een rol spelen in het verbeteren van de communicatie tussen professionals en mensen in een wijk. Door mensen uit verschillende contexten in een ‘leeromgeving’ bij elkaar te zetten, kunnen knelpunten worden geïdentificeerd waarop interventies worden afgestemd. Met behulp van onderwijsmateriaal met 360°-video’s, gebaseerd op geanonimiseerde casussen uit de praktijk, kan hiermee geoefend worden. Deze casuïstiek wordt gebruikt om dilemma’s bespreekbaar te maken en te verhelderen welke interventies door wie kunnen worden ingezet. Naast 360°-video’s, kan interactieve VR met avatars gebruikt worden in trainingssituaties om te oefenen in het ‘contact maken’ en het anticiperen op eventuele onrust bij een persoon met dementie. De kracht van deze toepassing zit in de ontmoeting van een persoon in een virtuele wereld die realistisch gedrag laat zien (spraak en handelingen worden verzorgd door een docent met kennis van het ziektebeeld).

Op therapeutisch vlak zijn er tot dusverre twee belangrijke toepassingen van VR ontwikkeld voor dementie. De eerste is bedoeld voor trainingsdoeleinden, vooral van het geheugen. Daarbij moeten mensen bijvoorbeeld bepaalde objecten terugvinden op bepaalde plaatsen in een VR-omgeving en daarmee kunnen zij punten scoren. Ook kan het ingezet worden voor het trainen van aandacht. Bij dementie is het onderzoek nog relatief schaars, maar de eerste bevindingen lijken veelbelovend. De meeste (veelal nog kleine) onderzoeken hierover laten inderdaad zien dat het trainen van het geheugen in een VR-omgeving zowel leuker als effectiever is dan de gangbare trainingen (die veelal op papier of met (bord)spellen worden uitgevoerd.5 Bovendien is de toepassing ervan gemakkelijk. In een recente literatuurstudie waarbij alle trainingseffecten uit eerder onderzoek werden samengevoegd, werd niet alleen op cognitief vlak, maar ook op de fysieke conditie een gunstig effect gezien van training in een VR-omgeving.6 De grootste trainingseffecten traden op bij mensen in het beginstadium van dementie. De auteurs spreken van een veelbelovende interventie, zeker nu VR ruim voorhanden en betaalbaar is geworden. Zij concluderen ook dat er verder onderzoek en consensus nodig is om duidelijke richtlijnen voor het gebruik ervan te ontwikkelen, bijvoorbeeld voor mensen met co-morbiditeit, zoals visuele beperkingen.7

Naast de genoemde mogelijkheden om te trainen, zijn er ook voor de latere fasen van dementie toepassingsmogelijkheden met VR die te maken hebben met beleving en plezier. Uit een onderzoek, waarbij een bosomgeving met VR werd nagebootst, bleek dat de deelnemers met dementie (meetbaar) plezier beleefden en alerter waren (minder apathisch), zowel tijdens als na deze VR-beleving. Daarnaast werden echter in sommige gevallen ook wat reacties van angst waargenomen door de onderzoekers.8 Aanwezige mantelzorgers en professionals die ook werden geïnterviewd, waren positief over de aanpak. Ook hier gold echter dat het onderzoek heel kleinschalig was, waardoor er moeilijk algemene conclusies te trekken zijn. Ook over de mogelijk minder gunstige neveneffecten is nog meer onderzoek nodig.

Er is al het nodige onderzoek gedaan hoe VR wordt gebruikt voor het welzijn van mensen met dementie en de toepasbaarheid (met name de beleving) van de VR-bril bij mensen met dementie in verschillende fases van de dementie. Steeds komt naar voren dat bewegende beelden meer herinneringen en plezier oproepen dan stilstaande beelden. De spanningsboog is kort. Filmpjes van 5 minuten zijn voor de geteste personen voldoende. Er wordt ook onderzoek gedaan naar het effect van VR op onbegrepen gedrag (waaronder onrust) bij mensen met dementie.

Samenvattend kan gezegd worden dat er voor VR een toekomst is weggelegd in de ondersteuning voor mensen die leven met dementie. Zowel in het onderwijs, als in de voorlichting voor mantelzorgers en professionals. Ook in de directe behandeling voor het trainen van het geheugen en het verbeteren van de levenskwaliteit liggen er kansen. Belangrijk bij het benutten van die kansen is het betrekken van mensen met dementie en (mantel)zorg bij het evalueren en verder ontwikkelen van toepassingen met VR. Om te ontdekken wat precies werkt en wat niet, is het van belang ervaringen in kaart te brengen met het ontwikkelde materiaal. Een relevante vraag die we ons moeten stellen, is daarbij wat werkzame ingrediënten zijn in toepassingen met VR.